die hun minzaam tegentrad en met de stad een verdrag sloot, ten gevolge waarvan hij zich erkend en gehuldigd zag, Bij Draxdorff, Grumbach en andere saksische bevelhebbers wekte de zaak even groote verbazing als teleurstelling, doch zij moesten er zich ten laatste bij neerleggen. Het blijkt niet, dat uit het gebeurde toorn, laat staan blijvende ongenade van hertog George voor Draxdorff is voortgevloeid. We treffen hem althans nog vele jaren later in diens dienst aan; zoo vertegenwoordigde hij, met Taubenheim, Pack e.a., dien hertog nog op eene samenkomst met Edzard en zijn Oostfriezen te Munster (10 Maart 1513).
Fabian v. Draechsdorff, die een jaar later tijdens den hernieuwden groningschen oorlog, als admiraal-generaal de saksische vloot op de Eems aanvoerde, zal wel met dezen Veit verwant, misschien wel een broeder van hem geweest zijn. Wellicht was hij ook tevens kastelein geweest van Sjaerdemahuis bij Franeker, vroeger door de saksische hertogen tot hun zetel bestemd en als zoodanig gebruikt.
Zie de literatuur onder art. Edzard in dit deel en vgl. Chb. v. Vriesl. II, 61, 62; D. Gannegieter, Geschiedenis van oud-Sjaerdema en Sjaerdemaslot te Franeker (Franeker 1902); A. Andreae, Hendrik, Graaf v. Stolberg (Kollum) 7; H.O. Feith, Reg. v/h. Archief v. Groningen I, 307, 308; W. Zuidema, Willem Frederici 87, 90, 95; E. Diest Lorgion, Gesch. Beschr. v. Groningen I, 354.
Kooperberg