[Doedes, Gualtherus]
DOEDES (Gualtherus), geb. 10 April 1845 te Hall bij Zutphen, overl. te Velzen 31 Jan. 1876, zoon van den volg. en Wilhelmina Kemink, die hij op 17-jarigen leeftijd verloor. Hij bezocht het Erasmianum te Rotterdam en werd daarna leerling van het gymnasium te Utrecht, waar hij ook in de theologie studeerde. Hij huwde met mej. A.C. Swellengrebel, die hij spoedig door den dood verloor en werd 2 Nov. 1869 door zijn vader te Bieselinge bij Goes in zijn ambt bevestigd. Het optreden van Dr. Kuyper maakte diepen indruk op hem. Van nu af aan stond bij hem vast, dat de kerk radikaal moest worden hervormd. De vrijmaking van de kerk uit het Ned. Herv. kerkgenootschap stond sedert met groote letters in zijn program. Hij had tevens een vurige bewondering opgevat voor Mr. Groen van Prinsterer, met wien hij in drukke briefwisseling trad en persoonlijk kennis maakte. Aan de meerdere verbreiding van zijn denkbeelden wijdde Doedes zelfs een deel van zijn kracht. In de Stemmen voor Waarheid en Vrede van 1871 en 1872 gaf hij een drietal overzichten van de Nederlandsche Gedachten. In April 1873 verwisselde hij Bieselinge met Velsen. In 1875 verscheen zijn Wijziging der gedragslijn op kerkel. gebied, brief aan Dr. A. Kuyper. Tot de uiterste consequentie werd daarin het denkbeeld ontwikkeld om allen die van de Geref. gezindheid waren te doen optreden in volkomen isolement van alle andere kerkelijke partijen om de kerk te ontslaan van de synodale organisatie. In April 1875 hertrouwde hij met Johanna Ketelaar te Rotterdam. De Brightonbeweging greep hem machtig aan. Een korte ongesteldheid sleepte hem ten grave.
In het archief Groen zijn 37 brieven van hem.
Zijn portret met levensschets door A.W. Bronsveld in: Ter Gedachtenis, zes leerredenen van G. Doedes (Amst. 1876.)
Wumkes