[Diehl, Zegerus Theodorus]
DIEHL (Zegerus Theodorus), geb. 28 Sept. 1849 te Lichtenvoorde, waar zijn vader predikant was, en overl. 13 Oct. 1907 te Alkmaar. Hij studeerde te Leiden, waar hij 8 Apr. 1876 tot dr. in de wis- en natuurkunde promoveerde op een proefschrift: Over dialyse en hare toepassing, en was achtereenvolgens leeraar a.d.H.B.S. te Enkhuizen (1873-76), te Goes (1876-82), te Zierikzee (1882-86), aan het Kon. Instituut voor de Marine te Willemsoord (1886-90), directeur der H.B.S. te Goes (1890-98), leeraar a.d.H.B.S. en het gymnasium te Leiden (1898-99), directeur der H.B.S. te Brielle (1899-1901), directeur der H.B.S. te Sneek en leeraar a. het gymnasium ald. (1901-03) en directeur der R.H.B. te Alkmaar (1903-07). Te Goes was Diehl tot lid van het Zeeuwsch Genootsch. der wetenschappen benoemd, te Alkmaar was hij voorzitter van het Natuur- en letterk. genootsch. ‘Solus nemo satis sapit’, bestuurslid van het departement der Maatsch. tot Nut v. 't Alg. en voorzitter van het bestuur der Ambachtsschool. In de Alkmaarsche Courant van 15 Oct. 1907 werd een woord van hulde aan zijn nagedachtenis gewijd. Als boeken vonden wij van hem vermeld: Het onderzoek der voornaamste voedingsmiddelen en dranken (1880) en Verkeerd gespeeld (1882), het laatste een roman, onder het pseudoniem Johan van Beveland geschreven.
Zuidema