[Coren, Jacob Gerritsz.]
COREN (Jacob Gerritsz.), ook Cooren, Coorn, geb. te Alkmaar, overl. te 's Gravenhage in de kamer van den Hoogen Raad 24 Oct. 1631, begraven te Alkmaar 1 Nov. d.a.v., zoon van Gerrit Jacobsz. C., schepen, vroedschap en burgemeester, behoorende tot de contraremonstrantsche partij, mede-afgevaardigde uit de Algemeene Staten in 1600 bij het leger van Prins Maurits in Vlaanderen, overl. 1625, en Aeriaen Jacobsd., overl. 1597. Hij werd 14 April 1592 student in de rechten aan de leidsche hoogeschool, waar hij leerling was van Everardus Bronchorst, aan wiens responsies hij deelnam, door 5 Febr. 1594 te respondeeren de Possessionibus, 15 Oct. 1594 Axiomata quaedam Juris civilis en 8 Juli 1596 de Fructibus et impensis. In Mei 1596 had hij inmiddels zijn doctoraal examen gedaan. Bronchorst promoveerde hem 22 Juli 1596 tot doctor juris, bij welke gelegenheid Coren een rede hield de Collatione legum et armorum. 24 April 1600 werd hij tot secretaris zijner geboortestad benoemd, en hij bleef zulks tot Mei 1621, toen hij door den Prins uit het door de Staten van Holland voorgedragen drietal geroepen werd om de door het overlijden van Albert de Veer vacant geworden plaats van raadsheer in den Hoogen Raad van Holland, Zeeland en Westfriesland te vervullen. Als zoodanig deed hij 15 Mei den eed. Reeds in 1620 was hij voor een raadsheersplaats in aanmerking gekomen, doch toen niet benoemd.
Zijne bekwaamheid als rechtsgeleerde wordt geroemd, schoon A. Matthaeus hem in Tractatus de Criminibus beschuldigt, in zijne adviezen meermalen in tegenspraak te zijn vervallen.
Coren huwde in Mei 1602 met Barbara, nagelaten dochter van Guillaume Mostert, die in 1614 overleed, vermoedelijk in het kraambed, want zij werd 27 Juli met haar kind begraven. Een paar kinderen waren haar reeds voorgegaan. De weduwnaar moet hertrouwd zijn, want in 1619 en 1621 werden weder kinderen van hem gedoopt.
Na zijn overlijden hebben het licht gezien: Observationes XLI rerum in supremo senatu Hollandiae, Zeelandiae et Frisiae judicatarum. Quibus accedunt consilia XXX, in quibus multa idiomate vernaculo (Hag. Com. 1642); meermalen herdrukt, o.a. te Amst. 1661 en vertaald als: Observatiën van den Hoogen Raad (Amst. 1681, 's Grav. 1683, Rott. 1685).
Zie: Diarium E v. Bronchorstii (Werken Hist. Gen. III: 12) register in voce.
Bruinvis