[Coenen, Louis]
COENEN (Louis), geb. te Breda 29 April 1797, overl. te Rotterdam (?) na 1864, vestigde zich aldaar in of omstreeks 1823 als musicus. Behalve violist was hij aldaar organist en muziekdirecteur van de r.-k. St. Laurentius-kerk. Met zijn broeder Frans maakte hij violen, die vroeger vrij gezocht, thans weinig in tel zijn; een ongedateerd etiket van hen is gefacsimileerd in de Wit, Geigenzettel I nr. 69. Ook heeft hij zich bezig gehouden met het uitgeven van muziek o.a. in 1831 van de editio princeps van C. Mühlenfeldt, 's Konings verjaardag, volksgezang, woorden van H. Tollens Cz., De Koning leev' en J.H. Paling's Van Speyk. Hij was de vader van Frans (geb. Rotterdam 26 Dec. 1826), Louis (geb. Rotterdam 28 Juni 1834), Willem (geb. Rotterdam, 17 Nov. 1836 of 1837), Henri (geb. Rotterdam 30 Apr. 1841) en Anton (geb. Rotterdam 14 Dec. 1845), welke ieder op onderscheidene wijs in de muziek werkzaam zijn geweest.
Zie: Gregoir, Biographie des artistes-musiciens néerlandais (1864) 35 sq.; Viotta, Lexicon der toonkunst I, 355-358.
Enschedé