[Burch, Albertus van der]
BURCH (Albertus van der), geb. te Delft in 1672, was de zoon van Christiaen van der Burch en Margaretha Schoonhoven, en door de laatste verwant met David Beck. Hij was een leerling van Jan Verkolje, en na diens dood (1693), van Adriaan van der Werff, bij wien hij tot 1696 bleef. Toen maakte hij een reis door Duitschland en werd te Düsseldorf, zeker op een aanbeveling van zijn meester, door den keurvorst met onderscheiding ontvangen. 19 Mei 1698 kwam hij in het gild te Delft. Zeker leefde hij nog in 1729, maar vermoedelijk is een portret van Anna de Witt in het haagsche Gemeentemuseum, gemerkt ‘A. van der Burg 1745’, ook van zijn hand. Overigens heeft hij historische tafereelen en genrestukken geschilderd. In zijn jeugd heeft hij een zwartekunstprent van zijn eigen portret gemaakt.
Zie: Boitet, Beschryvinge van Delft (1729) 791-793; Obreen's Archief I, 103.
Moes