last geeft Argus te dooden, en in het Rijksmuseum te Amsterdam twee voorstellingen van het spijzigen der armen (1657), welke laatste twee stukken trouwens afkomstig zijn uit het Oudezijds Huiszittenhuis. Zijn etsen zijn belangrijker dan zijn schilderijen. Het zijn voornamelijk composities van Corn. Poelenburg, en verder eenige uitstekende portretten, o.a. dat van Herman Saftleven. Hij was de vader van bovengenoemden Gerard van Br. In het Prentenkabinet te Amsterdam is zijn anoniem geteekend portret op tienjarigen leeftijd. Een later portret, door hem zelf geschilderd, is door P. Bailliu gegraveerd voor de in 1649 door Meyssens uitgegeven reeks schildersportretten.
Zie: C. de Bie, Gulden Cabinet 278; Sandrart, Teutsche Academie 317; S. Muller Fz., Utrechtsche schildersvereenigingen 125; Bulletin des Commissions Royales de Belgique XI, 150; Oud-Holland IV, 213, 214; IX, 194; Obreen's Archief II, register; Houbraken I, 231-233; Kramm, in voce; Aemstels Oudheid IV, 73-88; Kroon, Het Stadhuis van Amsterdam 80, 81; Catalogus van Museum Kunstliefde te Utrecht (1885) 38, 39; Riegel, Beiträge II, 185-187; Bode, Studien 329; Bartsch, Peintre-graveur, IV, 55-68; Weigel, Supplement 151; Repertorium für Kunstwissenschaft IV, 231; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce.
Moes