Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 246]
| |
en werd er in 1612 lid van het gild. 29 Juni 1617 vereerden de Staten-Generaal hem 100 pond voor de opdracht van het boek Les évolutions militaires suivant l'idée du Prince de Nassau. In 1618 heeft hij een gezicht op den Vijverberg geschilderd, dat in het Rijksmuseum te Amsterdam berust, maar daarna is hij naar Noorwegen vertrokken. Het portret van Lauritz Ruus, burgemeester van Christiania van 1624, in het museum te dier stede, is wel niet gesigneerd, maar daar het zonder twijfel het werk is van een nederlandschen schilder, mag het wel met stelligheid toegeschreven worden aan hem, die in 1631 in rekeningen zoowel onder zijn volledigen naam als onder de aanduiding ‘Adam Kontrafyer in Christiania’ voorkomt. Die rekeningen betreffen 25 schilderijen door hem geleverd voor een zaal van het koninklijk paleis op Kongsberg. Deze werken zijn reeds in 1632 door een brand verniet gd. Ook decoratief schilderwerk, n 1636 en 1639 voor het slot Akershus geleverd, is niet meer aanwezig. Wel is in de Vor Frelserkerk te Christiania zijn in 1642 geschilderd portret van Ole Bosen, bisschop van Akershus-Stift, en in het museum te Christiania het in 1646 geschilderde portret van Marthe Jensdotter de echtgenoote van bovengenoemden Lauritz Ruus Zie: Obreen's Archief II, 10, 11; IV, 2; V 23-26; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce. Moes |
|