Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 2
(1912)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 241]
| |
het St. Lucasgild en in 1696 in de confrerie Pictura, terwijl hij van 1698 af regent van de haagsche Academie was. Weduwnaar geworden, ondertrouwde hij 10 Oct. 1706 Elisabeth Le Craan, wed. van Charles Servaas uit Utrecht. In deze stad is hij in slechte financieele omstandigheden gestorven en 24 Jan. 1714 begraven. In den Haag had hij anders als portretschilder een aanzienlijke plaats bekleed; vooral voor het hof is hij veel werkzaam geweest. Voor de Trèveszaal in het Binnenhof heeft hij de portretten der vroegere stadhouders naar oudere origineelen en dat van Willem III naar het leven geschilderd. Voor de stad 's Hertogenbosch schilderde hij in 1694 de portretten van den prins en diens gemalin (nu nog in het stadhuis aanwezig) en in 1699 voor Alkmaar het portret van den prins (in het museum daar ter stede), waarvoor hij fl. 161.10 kreeg. Door hem geschilderde portretten van den prins en diens gemalin zijn door Pieter van Gunst levensgroot gegraveerd. In de Senaatskamer der leidsche Universiteit hangt zijn portret van prof. Phil. Reinh. Vitriarius, en in particulier bezit ziet men zijn werk vrij vaak. De door Kramm genoemde groote reeks teekeningen in kleuren van bloemen en planten op Honselersdijk zal wel in opdracht van den stadhouder gemaakt zijn. Hendrik van Limborch en Guillaume Birochau waren leerlingen van hem. Zie: v. Gool I, 293, 294; Obreen's Archief IV, 158, 172; V, 138; Oud-Holland XIII, 52; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce. Moes |
|