reeds omstreeks 1642 Hendr. Verschuring zijn leerling was, en waar hij in 1649 hoofdman van het gild werd. Soms schilderde Corn. v. Poelenburg naaktfiguurtjes in zijn landschappen, maar meestal is de geestige stoffage van zijn italiaansche landschappen van zijn eigen hand. Van zijn schilderijen, die in bijna alle groote openbare en in de voornaamste particuliere verzamelingen aangetroffen worden, verdienen afzonderlijk vermeld te worden twee landschappen in de musea te New York en te Berlijn, omdat deze, wat niet vaak voorkwam, gedateerd zijn, het eerste 1640, het tweede 1650, en om de bijzondere qualiteit een groot landschap met de historie van den doop van den eunuch, in de verzameling van captain Holford te Londen. Slechts zeer zelden heeft hij een hollandsch motief voor zijn schilderijen gekozen; een aantrekkelijk voorbeeld hiervan was een dorpsgezichtje op de verk. der coll. Werner Dahl te Amsterdam 1905. Ook zijn fraaie teekeningen worden in de meeste kabinetten aangetroffen. Van verschillende van zijn landschappen bv. naar die in de musea te Amsterdam, Brussel (Arenberg), Brunswijk en München, heeft hij zelf ook etsen gemaakt. Zijn in 1648 door Corn. van Poelenburg geschilderd portret is bij graaf Furstenberg op slot Herdringen (Westphalen); een ander, door Abr. Willaert geschilderd, is 1649 door C. Waumans gegraveerd voor de door Corn. Meyssens uitgegeven reeks schildersportretten. Behalve de reeds genoemde Hendr. Verschuring waren ook Barend Bispinck en Guilliam de Heusch leerlingen van hem.
Zie: de Bie, Gulden Cabinet 156-158; Sandrart, Teutsche Academie II, 3, 312; Houbraken II, 193, 345; III, 362; S. Muller Fz., Utrechtsche Schildersvereenigingen 129, 148; Obreen's Archief II, 82; Bredius, Meisterwerke des Rijksmuseums 183-185; Bode, Sammlung Wesselhoeft 49, 50; Bartsch, Le peintre-graveur V, 205-213; P. Kristeller, Kupferstich und Holzschnitt 367; v. Wurzbach. Niederl. Künstlerlexikon, in voce; Thieme und Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, in voce.
Moes