[Boogaert, Mr. Jacob Philippus]
BOOGAERT (Mr. Jacob Philippus), heer van Alblasserdam, 29 Juni 1735 te Delft gedoopt, begr. te Rotterdam 20 Juni 1796, was een zoon van Mr. Andries Boogaert van Alblasserdam en Jacoba Weveringh. Hij werd 19 Dec. 1752 student te Leiden (met onjuisten leeftijd in het gedr. Alb. Stud.) en promoveerde aldaar in de rechten. Hij vestigde zich te Rotterdam, waar hij 12 Oct. 1757 poorter werd, en werd in 1759 tot commissaris van het waterrecht gekozen in zijn nieuwe woonplaats, in 1763 tot schepen en in datzelfde jaar tot vroedschapslid, wat hij tot 30 Jan. 1788 bleef, toen hij door den Prins om zijn politieke gevoelens ontslagen werd. In zijn regeeringsperiode bekleedde hij nog verschillende andere stedelijke ambten; o.a. was hij sinds 1764 herhaaldelijk gedeputeerde ter dagvaart, van 1776-1779 baljuw der stad, van 1773-1775 en van 1784-1787 gecommitteerde raad, van 1769-1772 lid der Staten-Generaal en van 1779-1782 lid der hollandsche Rekenkamer. Van 1769-1788 behoorde hij tot de Maecenaten van het Bat. Gen. te Rotterdam. In eerste huwelijk was hij getrouwd met Sophia Adriana van den Bergh, daarna met Maria Elisabeth Carré en ten slotte met Johanna Maria van der Werf.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I; Rott. Historiebl. II, 161; Vorsterman van Oyen, Stam en Wapenb. I 79.
Moquette