[Bontepaert, Dirck Pietersz.]
BONTEPAERT (Dirck Pietersz.), geb. te Amsterdam in 1578 en daar 12 Juli 1642 in de Nieuwe Kerk begraven, ondertrouwde 21 Juni 1603 met Truytgen Pieters dr., de dochter van den schilder Pieter Pietersz. en dus de kleindochter van den beroemden Pieter Aertsz. (I kol. 43). Hij woonde toen in de Kalverstraat in een huis, waaraan hij zijn naam ontleend heeft. Uit zijn 11 Febr. 1635 gedateerd testament blijkt, dat hij bemiddeld was. Hij had dan ook op de verkoopingen der nalatenschappen van de schilders Jan Jansz. in 1621 en Cornelis van der Voort in 1625 verschillende schilderijen gekocht. Schilderijen van zijn eigen hand zijn vooralsnog niet bekend; alleen weten wij uit de vermelding in oude inventarissen, welk genre hij beoefend heeft, nl. landschap en een jongen met een poes. Een geteekend landschap is in het Prentenkabinet te Bremen. Hij was de vader van de schilders Pieter en Dirck en van den etser Abraham, die alle drie den familienaam Santvoort aangenomen hebben. In 1625 wordt als zijn leerling Pieter Jansz. Snoeck genoemd.