[Bomhoff, Dirk]
BOMHOFF (Dirk) Hz., 2 Apr. 1792 te Vaassen op de Veluwe geb. en 1 Jan. 1860 te Zutphen overl. Van zeer eenvoudige afkomst, heeft hij zich door eigen inspanning van papiermakersjongen tot een taalkundige van naam in zijn tijd opgewerkt. Behalve een aantal andere boeken, schreef hij: Leçons françaises de littérature et de morale (1845); Nieuw handwoordenboek voor de spelling der Nederduitsche taal, verrijkt met eenige duizenden woorden die dagelijks in gebruik zijn en in woordenboeken niet voorkomen (1846; 2de dr. 1852); Nieuw Hollandsch-Fransch en Fransch-Hollandsch woordenboek, 2 dln. (2de dr. 1852); Nieuw groot woordenboek der Ned. taal, waarin alle gebruikelijke woorden opgenomen, hunne verschillende beteekenissen verklaard en, waar zulks noodig is, met voorbeelden gestaafd zijn. Met een voorbericht van L.A. te Winkel (1852-57); De uitspraak der letters in de Ned. taal, ten dienste van aankomende onderwijzers (1854); Opstellen met fouten tegen spelling, woordvoeging, stijl enz. (1858). Verder heeft men van hem een Beknopte Engelsche spraakkunst naar de beginselen van H.E. Lloyd (9de dr. 1868); een Beknopte Hoogduitsche spraakkunst voor scholen en privaat-onderricht (1854; 3de dr. 1878), met nog verscheiden kleinere taalboekjes. Ook schreef hij een menigte bijdragen in het Magazijn van Ned. Taalkunde e.a. tijdschriften, terwijl er tevens verscheidene vertalingen van zijne hand bestaan, als Finland en de Finnen, naar het Hoogduitsch van F. Derschau (1844) enz.
Zuidema