[Bernardus II]
BERNARDUS II, abt der cistercienserabdij Klaarkamp, bestuurde deze abdij 1467-1471. Hij gaf 18 Oct. 1468 een vidimus van de privilegia toegestaan aan de religieusen der 3de orde van St. Franciscus. 2 Sept. verhuurde hij aan den abt van Ihlo, Timmel, den uithof der abdij in Oost-Friesland, waarschijnlijk de plaats, waar Klaarkamp in de eerste jaren zijner stichting heeft gestaan. Uit een aanteekening op die oorkonde blijkt duidelijk, dat deze abt Bernardus niet dezelfde persoon is als de abt Bernardus Clinge en dat hij slechts vier jaar de abdij bestuurde. In eene oorkonde van 1469 noemt hij zich commissarius van het generaal kapittel der orde voor Friesland. Hem werd met den abt van Stavoren 16 Sept. 1469 een volmacht verleend door de Staten van Oostergoo en Westergoo om als afgezant in den Haag bij den dreigenden hertog Karel den Stoute de friesche belangen en vrijheden te bepleiten en de voorstellen van den hertog te hooren. Zij verschenen 2 Oct. voor hem en verkregen voor Oostergoo en Westergoo eene verklaring der redenen zijner misnoegdheid en eene dagvaardiging tegen 1 Dec. Nadat de termijn op 30 Mei 1470 was gesteld op aandrang der prelaten en hoofdelingen van Friesland, was de abt van Stavoren de eenige geestelijke afgezant.
Zie: Schoengen, Akten en bescheiden betreffende de Cisterc. abdij Bloemkamp in Archief Aartsb. Utrecht XXIX (1903) 226, 228, 230; Groot placaet- en charterboek van Vriesland (Leeuw. 1768) I, 623, 625, 626; De vrije Fries VI, 191.
Fruytier