tegenwoordigde hij de provincie Limburg als lid van de 1e Kamer der Staten-Generaal, van 1856-1876 was hij bovendien burgemeester van Roermond. Beerenbroek woonde des zomers op het kasteel St. Elisabethsdal onder Nunhem (het voormalige bekende klooster van Windesheim, thans het eigendom van zijn eenigen zoon Mr. P.M.O.H. Beerenbroek), des winters te Roermond. Hij huwde te Roermond 6 Aug. 1838 Jeannette Sophie Françoise Mulbracht, gedoopt te Goch 18 Sept. 1813, overl. op 't kasteel St. Elisabethsdal 26 Sept. 1875, dochter van mr. Andreas Gerardus van Mulbracht en Dorothea Catharina Machtelde Lax. Hij was heer van Kempen (in Pruissen), zijne echtgenoot vrouwe van Weert en Horst. Uit zijn huwelijk sproten vijf kinderen.
Zie: De Wapenheraut VI (1902) 432 v.v.; Nederland's Patriciaat I (1910) i.v.
van Epen