van den Dood, in 1604 uitgegeven door Richard Schilders te Middelburg, is door Barra opgedragen aan den middelburgschen schoolmeester Johannes CoutereeIs. Zijn werk bestaat verder uit prenten naar Jod. van Winge, Hans von Achen, Abr. Bloemaert e.a. In 1611 woonde hij te Amsterdam, maar toen hij in 1623 een reeks ornamentprentjes naar teekeningen van Nicasius Rousseel graveerde ‘de Grotesco perutilis atque omnibus quibus pertinebit valde necessarius liber’, woonde hij te Londen; deze reeks was opgedragen aan den goudsmid George Heriot. Van 1624 is een uitmuntend portret van Lewis, hertog van Richmond en Lennox, gesneden naar een schilderij van Paulus van Somer. Zijn sterfjaar wordt als 1634 opgegeven.
Zie: Obreen's Archief VII, 248; Sidney Colvin, Early engravings and engravers in England 114, 115; A. von Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon, in voce; Thieme u. Becker, Allg. Lexikon bild. Künstler, i.v.
Moes