[Asschens, Lavienne Lodewijk]
ASSCHENS (Lavienne Lodewijk), of van Asschen, opperstuurman in dienst der O.-I.C., vertrok met J.E. Gonsal, luit. ter zee, in 1756 met de ‘Rijder’ en de ‘Buys’, waarop A. gezagvoerder was, op last van den gouv. gen. Mossel, van Batavia op een ontdekkingstocht naar Nieuw-Holland. De ‘Buys’ dwaalde reeds ter hoogte van Banda af, zonder medeweten van Gonsal, ten gevolge van storm, en zette van daar 1 April, op eigen gelegenheid, de reis voort. A. liep in het zicht van Kaap Keerweer de golf van Carpentaria in, deed eenige ontdekkingen - volgens het verslag van den equipage-meester de Haan dd. 30 Sept. aan de Hooge Indische Regeering ‘misleidend’ opgegeven - verloor een op onderzoek uitgezonden sloep met twee stuurlieden en 6 andere schepelingen, waarvan nooit meer iets vernomen werd en keerde reeds 12 Mei terug, via Ambon naar Batavia, waar hij 24 Juli - een dag na de ‘Rijder’ - aankwam.
Zie: L.C.D. van Dijk, Mededeeling uit het O.I. archief I (Amst. 1859); J.E. Heeres, Het aandeel der Nederlanders in de ontdekking van Australië (Leiden 1899); Rapport van den ‘baas-kaartemaker’ Gerrit de Haan te Batavia aan den G.G. dd. 30 Sept. 1756 (ms. Rijksarchief).
Mulert