[Arnoldus, bisschop van Semgallen Seloniensis]
ARNOLDUS, bisschop van Semgallen (Seloniensis) 1243 of 1244, had reeds in 1247 zijn ontslag genomen en was sinds werkzaam als wijbisschop in Keulen en in Luik (Eubel, Hierarchia. Cath. II, 305, 307). Hij behoorde niet, zooals Eubel aangeeft, tot de duitsche, maar tot de cistercienser orde, zooals blijkt uit de wijdingsakten, de eenigste gegevens over dezen bisschop. Plaats of jaar van zijn dood zijn onbekend. In 1247 verleende hij te Keulen ten voordeel der St. Cunibertus kerk een aflaat en wijdde in de abdij Marienstatt O. Cist een altaar. Op de synode te Maastricht 1255 verklaarde hij in naam van den elect van Luik eenige geestelijken voor irregulier. De elect van Luik Hendrik verleende hem verlof 12 Mrt. 1250 het kerkhof der Kruisheeren te Hoei te wijden; de aartsbisschop van Keulen gaf dezelfde toestemming 1252 voor de kerk van Gravendal O. Cist. bij Gennep. In 1251 verleende bisschop Arnold aflaten aan de bezoekers der kerk te Rutten, 1240 wijdde hij den abt van St. Truyen, altaren in de cistercienserabdij Villers 1250 en 1253 assisteerde hij bij de kerkwijding der abdij Morimond. Als wijbisschop van Luik wijdde hij 1254 de kerk der abdij Otterberg (bisdom Mainz) en 1256 de kloosterkerk der Kruisheeren te Namen. Daris verzekert, dat hij nog voorkomt in een oorkonde van 1267; zijn naam is er echter onduidelijk vermeld.
Zie: Jos. Habets, Gesch. bisdom Roermond I, 238; J.C. Möller, Geschichte der Weihbischöfe von Osnabrück (Lingen 1887) 25; Hermans, Annales ord. S. Crucis (Silv. duc. 1858) II, 72, 74; R. Scholten, Das Cistkl. Grafenthal (Kleve 1899) no. 7; Dubois, Hist. de Morimond (Par. 1851) 193; Analectes pour serv. à l'hist eccl. de la Belg. XXV (1895) 472; XXVII (1898) 95, 96; Frey und Remling, Urkundenb. des Kl. Otterberg (Mainz 1845) 89; Cisterc. Chronik XXIII (1911) 301; J. Daris, Hist. du dioc. de Liège pendant le XIII et le XIV siècle (Liège 1891), 198; J.F. Böhmer, Regesta imperii V (Innsbruck 1881-1901), no. 4893, 8160, 10186, 11481.
Fruytier