[Alberik II, Albricus of Alfrik]
ALBERIK II, Albricus of Alfrik, bisschop van Utrecht (circa 835-844), gest. 28 Aug. 844 (?). Volgens Beka en anderen was hij een broeder van bisschop Frederik I, dus een achterkleinzoon van den Friezenkoning Radboud. Zij verhalen ook, dat hij, onooglijk van gestalte, maar uitmuntend door deugd, op aanbeveling van Sint Odulphus door de kanunniken tot bisschop werd gekozen, nadat de proost Kraft deze waardigheid afgewezen had. Wijl Frederik's sterfdag niet onwaarschijnlijk 18 Juli 835 is, maar even goed in een der twee volgende jaren kan vallen, wordt naar dezen maatstaf ook het tijdstip onzeker, waarop Alberik den bisschopszetel van Utrecht beklom. In elk geval vóór 23 Maart 838, toen hij van zekeren graaf Rodgar een aanzienlijke schenking van grondbezit voor zijne kerk in ontvangst nam. Vermoedelijk is hij de bisschop Albricus, die 30 April 838 eene bisschoppenvergadering te Aken bijwoonde. Tijdens zijn bestuur teisterden de Noormannen ons land, zoodat Alberik soms zijn heil moest zoeken in de vlucht. Volgens het necrologium van Oudmunster, waar hij werd begraven, stierf hij 28 Augustus, wat dan uiterlijk in 844 moet hebben plaats gehad, daar 21 Maart 845 Eginhard als zijn opvolger voorkomt. Zijn grafschrift is nog bewaard gebleven.
Zie: J. de Beka, Chronicon (Ultraj. 1643) 28; W. Heda, Historia 51; Batavia sacra (1714) I, 58; A. Matthaeus, Fundationes (Lugd. Bat. 1704) 65; G. Brom, Regesten van oorkonden betreffende het Sticht Utrecht (1908) I, 12; Nederlandsch Archievenblad XX (1911) 30.
Brom