[Akerlaecken, Barthold van]
AKERLAECKEN (Barthold van), geb. te Dordrecht uit het in 1567 gesloten huwelijk van Jan Storm van Akerlaecken en Maria van Alteren, liet den naam Storm vallen, en overl. te Dordrecht in 1646. Hij studeerde in de rechten, behoorde tot de eerst ingeschrevenen in het album academicum der groninger hoogeschool (3 Juli 1615), en was de eerste die daar promoveerde. De Acta Senatus vermelden op 8 Juli 1615: ‘Decretum ut Bartholdus ab Akerlack, Assessor, et Jacobus van der Eick, Secretarius Praefecti Suithollandiae, Dordraceni, ad Licentiae gradum privatim ipsis conferendum admittantur, ita ut primo a Professoribus juris examinentur, et inde theses a se propositas in Curia Academica, praesentibus D. Magnifico et omnibus Professoribus et contra easdem opponentibus, tueantur.’ Bij zijn inschrijving noemde hij zich ab Akerlaeck. Hij was raad van graaf Lodewijk van Egmont, pretendent van het hertogdom Gelre, maar is het meest bekend als verzamelaar van oudheden en als geslacht- en wapenkundige. Hij huwde met Elisabeth van Ghesel, geb. te Dordrecht in 1585 en overl. 1625. Hun dochter Maria Margaretha zette zijne verzamelingen voort en bezorgde de uitgave van zijn heraldische studiën (zie daarover I kol. 51). Uit een zoon stamt de hoornsche familie van Akerlaken, welke in den persoon van Pieter van Akerlaken (I kol. 52) 20 Oct. 1843 in den adelstand werd verheven.
Zie de bij zijn genoemde dochter aangegeven bronnen, benevens: W.J.A. Jonckbloet, Gedenkboek der Hoogeschool te Groningen (Gron. 1864) 328.
van Kuyk