[Abresch, Jeremias Frederik Lodewijk]
ABRESCH (Jeremias Frederik Lodewijk) geb. te IJselstein 22 Nov. 1814, gest. te Middelburg 8 Dec. 1897, zoon van den predikant Frederik Lodewijk en achterkleinzoon van den vorig., ontving van zijn vader onderricht in de oude talen, werd 17 Mei 1832 als stud. theol. ingeschreven te Utrecht en in 1838 proponent. Hij werd 2 Mei 1841 bevestigd als predikant te Baambrugge, vertrok in Dec. 1844 in dezelfde functie naar Alkmaar, huwde 8 Juni 1848 met Anna Elisabeth Coster (geb. te Alkmaar 11 Apr. 1828) en werd 20 Oct. 1854 beroepen naar Middelburg, waar hij 13 Mei 1855 is bevestigd. Op verzoek kreeg hij 1 Apr. 1884 daar emeritaat, doch bleef er nog o.a. als curator van het gymnasium werkzaam. Hij schreef: De vier temperamenten, christelijke beschouwing naar aanleiding van Luk. IX: 52, 62 naar het duitsch van Fr. Arndt (Alkm. 1847, 2e Alkm. 1854, ook Amst. 1882); Het klassikaal bestuur van Middelburg en de aannemingskwestie (Midd. 1879); Herinneringsure (Midd. 1881) en Getuigenis van christel. geloof (zes leerredenen) (Alkmaar 1884).
Zie: Nagtglas, Levensber. van Zeeuwen I (Midd. 1890) 4; Visscher en van Langeraad, Het protest. Vaderland I (Utr. 1903) 10.
de Waard