[Wijck, Jhr. Mr. Anthonij Michiel Cornelis van Asch van]
WIJCK (Jhr. Mr. Anthonij Michiel Cornelis van Asch van), geb. te Utrecht 21 Aug. 1808, en aldaar overl. 3 Dec. 1874, zoon van H.M.A.J.v.A.v.W. en Kenau Hasselaer (kol. 1590), genoot zijne voorbereidende opvoeding in zijne vaderstad en werd 1 April 1826 aldaar aan de hoogeschool ingeschreven. Nadat hij van 11 Nov. 1830-21 Sept. 1831 bij de vrijwillige jagercompagnie in het veld had gestaan, promoveerde hij 20 Dec. 1832 op een Specimen exhibens quasdam observationes juris utriusque civilis, en werd reeds zes jaren later (16 Sept. 1838) tot rechter in de arrondissements-rechtbank te Utrecht benoemd, in welke betrekking hij tot zijnen dood werkzaam bleef. Hij stelde groot belang in de geschiedenis van de provincie en de stad zijner inwoning. Behalve de talrijke bij Petit, Repert. 857 vlg. genoemde verhandelingen over Utrecht schreef hij:
Plegtige intrede van keizer Karel V in Utrecht in het jaar 1540 voornamelijk volgens den Triumphus Caroli V van Corn. Valerius (1838); Geschiedenis van het ambtsgebed in de Nederlanden van den tijd der Hervorming tot aan den tegenwoordigen tijd (1852).
Hij gaf uit Archief voor Kerk- en Wereldl. Gesch. van Nederland (1850-1853, 3 dln.), als vervolg op Dodts Archief.
Hij was twee malen gehuwd; 18 Mei 1848 met jkvr. Isabella Theodora Maria de Geer (16 Dec. 1816-11 Feb. 1858): 12 Oct. 1860 met Maria Bartha Nijland (10 Dec. 1830-30 Nov. 1876). Uit het eerste huwelijk werden vijf kinderen geboren, die hem overleefden.
de Savornin Lohman