[Schelling, Johan Georg]
SCHELLING (Johan Georg), sergeant-geweermaker, MARIEN (François), eur. soldaat en SOSMITO,
inl. soldaat, zijn de namen van drie mannen die, zwaar gewond, zich bereid verklaarden toen, tijdens den opstand van Batipoe (Sum. W.K., 1841) de schans te Goegoeq Malintang (bij Padang Pandjang) wegens gebrek aan leeftocht door de kleine bezetting moest worden verlaten, achter te blijven en, zoodra de vijand de versterking zou bezetten, den brand in het kruithuis te steken. Aldus geschiedde, in den nacht van 27-28 Febr. 1841.
Op last van het legerbestuur is, ter plaatse waar het kruithuis stond, ‘een gedenkteeken gesticht en daarop de namen (der drie helden) geschreven, tot beschaming van den muiter en tot roemrijke herinnering van (hunne) heerlijke daad’ (Dagorder van 5 Mei 1841).
Zie: H.M. Lange, Het Ned. O.I. Leger ter W.K. van Sumatra, ('s Hertogenb. 1852), II, 429; E.B. Kielstra, Sum. W.K. van 1841-49 in Bijdr. T., L. & Vk. van N.I., 5e volgr. VI.
Kielstra