[Percijn, Nicolaes Huybertsz. van]
PERCIJN (Nicolaes Huybertsz. van), of Persijn, geb. vermoedelijk te Haarlem, was zeer gemeenzaam met Ludolf van Ceulen, die op 21 Mrt. en 1 Mei 1610 twee brieven tot hem richtte over een vraagstuk van onbepaalde vergelijkingen, waarvan de methode is uiteengezet door den jongeren van Schooten in zijne: Exercitationum mathematicarum ll. V (Lugd. Bat. 1657) 434-6 (of Wisconstighe Oeff. (ib. 1659) 405-6). Deze deelt a.w.p. 404 (377) eene methode mede tot verkrijging eener bijzondere soort van reeksen, hem eertijds geleerd door den voortreffelijken arithmeticus N.H.v.P. en op p. 408 (380) eene manier om getallen te vinden, die door gegeven getallen gedeeld wordende, een gegeven rest laten, gevonden door denzelfde. In zijne gecommentarieerde uitgave der Geometria R. Descartes anno 1637 gallice edita (Lugd. Bat. 1659) 319 vindt men mede de tot een vierdegraads-vergelijking voerende oplossing eener kwestie ‘quam olim ab arithmetico subtilissimo D. Nic. H.v.P., Harlemensi, fautore meo honorando, solvendam accepi’. De brieven van van Ceulen aan v.P. ‘in sijn tijdt gewesene landtmeter tot Naerden’ zijn afgedrukt in den Toetsteen van d' Algebra spetiosa, verzameld door Dirck d'Hollander (Amst. 1669) 50. Wellicht was de Naarder landmeter dezelfde al de Nicolaas Hubertsz. Bonifacius, van wien kaarten (o.a. een gedrukte van 1629) van Gooiland, het Naardermeer en van de stad zelf met hare vestingwerken, berusten op het rijksarchief.
Zie: Hingman, Inv. verz. kaarten R.-A. II ('s Grav. 1871) 283, 287 en 368; Bierens de Haan, Bouwstoffen XVII (Amst. 1878).
de Waard