[Meyden, Fop Pietersz van der]
MEYDEN (Fop Pietersz van der) of Vermeyden, geb. waarschijnlijk te Rotterdam omstreeks 1539, daar hij 15 April 1595 ± 46 jaar wordt genoemd, en overl. 5 Sept. 1616. Zijn ouders zijn onbekend. Sinds 1580, toen de rott. vroedschap met 8 leden vermeerderd werd, heeft hij in dit college onafgebroken zitting gehad tot zijn dood en bekleedde in die periode nog allerlei andere stedelijke ambten; o.a. was hij herhaaldelijk burgemeester tusschen 1586 en 1615 en meermalen gedeputeerde ter dagvaart tusschen 1590 en 1614. In 1585 werd hij lid van het college der admiraliteit op de Maas, dat toen voor goed te Rotterdam gevestigd was, en in 1602 behoorde hij tot de eerste bewindhebbers der O.-I.C. der kamer Rotterdam. Hij was eerst gehuwd met Grietje Willems Winter, daarna met Maertje Leenderts van Schilperoort.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I en II, 367.
Moquette