[Mey, Jan of Johannes de]
MEY (Jan of Johannes de) (1), ged. te Rotterdam 20 Sept. 1633, overl. aldaar in April 1721 en begr. te IJsselmonde, was een zoon van Jehan de Mey en Sara Raey. In 1660 werd hij benoemd tot schepen te Rotterdam, van 1672-1720 behoorde hij tot de vroedschap, bij het verzetten der wet 13 Sept. 1672 door den Prins daartoe benoemd. In deze periode bekleedde hij nog andere stedelijke ambten; o.a. was hij meermalen burgemeester tusschen 1701 en 1720, herhaaldelijk gedeputeerde ter dagvaart tusschen 1673 en 1721, en gecommitteerde raad van 1679-1682. In 1667 werd hij gekozen tot bewindhebber der W.-I.C. der kamer Rotterdam, van 1677-79 en van 1703-1706 had hij zitting in het college der admiraliteit op de Maas, van 1688-1690 in dat der admiraliteit van Zeeland en van 1707-1717 was hij dijkgraaf en baljuw van Schieland. Sinds 1686 was hij heer van IJsselmonde, maar door zijn kinderloos overlijden kwam deze heerlijkheid in 1722 aan een door huwelijk met hem verwant lid der familie Bichon. Hij is driemaal gehuwd geweest n.l. in eerste huwelijk 22 Nov. 1673 te Amsterdam met Clara Nieuwgaard, daarna 18 Febr. 1686 te s Gravenhage met Cornelia Johanna (bij haar dood Cornelia Catrijna genoemd) van Beaumont, en 28 Aug. 1689 met Maria Niedeck eveneens van 's Gravenhage.
Nog een andere Jan of Jean de Mey (2) komt voor onder de regeeringspersonen te Rotterdam. Gewoonlijk wordt hij de Jonge bijgenaamd. Behalve enkele kleine ambten nam hij dat van schepen waar tusschen de jaren 1676 en 1695. Hij is te Rotterdam ged. 22 Febr. 1639, begr. aldaar 16 Nov. 1713 en was een zoon van Jan Jacobsz. de Mey en Magdalena Bartels. Hij was heer van Streefkerk, Alblasserdam en Lekkerland en huwde 23 Maart 1664 te Amsterdam met Anna Witheyn.
Zie: Bronnen Gesch. Rott. I.
Moquette