[Merhem, Rutger van]
MERHEM (Rutger van), overl. 1212, ridder uit het Keulsche (Merheim ten N. van Keulen), wiens geslacht reeds op het einde der 11e eeuw voorkomt. In Juli 1198 was hij bij de verovering van Aken door Otto (IV) en bij diens kroning tot keizer onder de rijksvazallen; daarna komt hij in de omgeving der graven van Gelre en Holland voor en was reeds in 1200 vazal van Dirk VII. Hij was na diens dood met Otto van Borne (kol. 417) een der trouwe helpers van de gravin-weduwe Aleyd en ondersteunde Ada's huwelijk met den graaf van Loon, wiens getrouwe raadsman hij bleef. Met hem vluchtte Ada in den daarop gevolgden oorlog naar den leidschen burcht en, na de inname door Wassenaer en Egmond, werd ook hij gevangen genomen. Hij moet in 1212 overleden zijn, eene dochter Beatrix nalatend, gehuwd met Gerard van Wassenberg, zoon van den hertog van Limburg. Rutger had o.m. bezittingen te Blerik en Linn, waaruit hij goederen gaf aan het klooster Camp bij Meurs.
Zie: Ann. Egm.; de Oorkondenboeken van Holland, Gelre en Limburg; Kluit, Hist. Crit. I, 180, noot 18.
Obreen