van fransche en spaansche rechtsgeleerden tusschen 1751 en 1755 in 7 fol. deelen te 's Gravenhage uitgegeven, en negen jaren na den dood des schrijvers, in 1780, door zijn zoon Mr. Johan Meerman met een achtste deel of supplement vervolgd. 2. Origines typographicae (Hagae Com. 1765), door H. Gockinga in het nederlandsch vertaald (Amst. 1767); 3. Gerardi Meerman et doctorum virorum ad eum epi stolae atque observationes de Chartae vulgaris sen lineae origine (Hagae Com. 1767), door J. van Vaassen in het nederlandsch vertaald. 4. Specimen calculi fluxionalis, quo exhibetur generalis Methodus duarum pluriumve quantitatum variabilium in semet multiplicatarum Fluxiones et Fluentes cujuscunque ordinis ope serierum infinitarum adinveniendi (L.B. 1742); 5. Specimen Animadversionum criticarum in Caii jcti Institutiones etc. (Mantuae Carpetariorum 1743. Sec. curis auctius, Lut. Par. 1747). Dit werk werd in Duitschland buiten zijn weten tweemaal nagedrukt; daarom bezorgde hij te Parijs een nieuwe uitgaaf in 8o. Ook vindt men het in Deel VII van zijn Thesaurus Juris civil 6. Conspectus Novi Thesauri Iuris civilis et canonici etc. (Hagae Com. 1751). 7. Animadversiones in Anthologiae Latinae Epigramm. Lib. V. 8. Conspectus originum typographicarum proxime in lucem edendarum in usum amicorum typis descriptus (s.l. 1761). Uit zijn bibliotheek werd uitgegeven: Ant. Goveani Opera juridica, philologica, philosophica ex bibliotheca Ger. Meermanni edidit vitamque auctoris praemisit Jac. van Vaassen (Roterod. 1766).
Zijn portret door J.B. Perronneau in het Museum Meermanno-Westr. te 's Gravenhage is gegraveerd o.a. door J. Daullé. Ook op zijn grafmonument in de St. Pieterskerk te Leiden staat zijn buste.
Zie: Mr. Gerard Meerman en de Meermanstraat van J.H. S(cheffer) in het Zondagsblad van Rotterdam; Gerh. Meerman in Gel. Europa II, 377; W.G.C. Byvanck, Sentimenteele anecdote uit de 18e eeuw: Liefdesbrieven van G. Meerman in de Gids 1898, III, 340. Als oudere literatuur over hem noemen wij: Wagenaar, Vad. Hist. XIII, 279; Wagenaar, Brieven 103-111; van Wijn, Nalezing op Wagenaar II, 447-448.
Wiersum