naar de Maas. Van Maastricht, waar de spaansche veldoverste Sancho d'Avila hem was voor geweest, trok hij snel noordwaarts om over Roermond en Nijmegen door de Betuwe heen den Prins te Bommel de hand te reiken. Maar bij Mook versperde de hem weder vooruitgekomen d'Avila den weg. De thans gevolgde slag bij Mook (14 April 1574) tegen de geoefende spaansche veteranen ontaardde weldra in een paniek onder Lodewijk's weinig ordelijke benden. Hij zelf verdween na dapperen weerstand met de beide andere aanvoerders in het slaggewoel. Zijn dood beroofde den Prins van den begaafdsten zijner broeders, vermetel en beleidvol aanvoerder, handig diplomaat, vrome en beminnelijke natuur als L. was geweest. Ter eere van hem en zijn broeder Hendrik werd 14 April 1891 in het protestantsche kerkje te Heumen een gedenkteeken opgericht.
Zijn portret staat op de door W. de Geest geschilderde groep der vier broeders van prins Willem I in het Rijksmuseum te Amsterdam; van de prenten is de gravure van Abr. de Bruyn de belangrijkste.
Behalve zijne Apologie (uitg. Blok in Ber. en Meded. Hist. Gen. VIII) bezitten wij van hem vele brieven en memoriën (Groen, Archives de la Maison d'Orange-Nassau I-IV; Gachard, Correspondance de Guillaume le Taciturne, I-III; Blok, Correspond. van en over L.v.N., in Werken Hist. Gen. no. 47, (Utr. 1887). Over hem, behalve in de literatuur over den 80-jarigen oorlog, in het bijzonder: Siegenbeek, Voorlezing over L.v.N. in Mnemosyne XV (1825) 201 vlg.; Blok, Lodewijk van Nassau ('s Gravenh. 1889). Naar aanleiding van de onthulling van het monument: Blok, De slag op de Mookerheide (Gron. 1891) en een aantal artikelen in De Nieuwe Koerier en andere bladen van dat jaar, later afzonderlijk uitgegeven als Polemiek over L.v.N. en Willem den Zwijger (Roermond 1891); X, L.v.N. en Willem de Zwijger (Roermond 1892). Vgl. ook Meulleners, Legertochten tusschen Maastricht en Mook (Maastricht 1889); Eigen Haard 1891, 248.
Blok