[Kaiser, Johan Wilhelm (2)]
KAISER (Johan Wilhelm) (2), 5 Jan. 1813 te Amsterdam geb., overl. 29 Nov. 1900 te Leiden; zoon van den voorgaande. Hij studeerde aan de Kon. Academie van beeldende kunsten, onder A.B.B. Taurel, na van 1831 tot 1834 als vrijwilliger bij de artillerie gediend te hebben en wel te Amsterdam, Naarden en den Helder.
Uit dienst gekomen, begon hij te graveeren voor zijn levensonderhoud. Hij huwde in 1843 met Johanna Buisman uit Zwolle In 1845 kregen zij hun eerste kind, een meisje, en in 1847 een zoon welke later door nog drie zonen en drie dochters gevolgd zijn. In 1844 werd hij lid van de Koninklijke Academie van beeldende kunsten en in 1850 verwierf hij zich de gouden medaille van het Kon. Nederlandsch Instituut en werd hij lid van dat instituut. In 1859 werd hij benoemd tot directeur van de Graveerschool te Amsterdam. Tot hoogleeraar aan de rijksacademie voor beeldende kunsten werd hij benoemd in 1870 en in 1874 tot directeur van het Rijksmuseum van Schilderijen te Amsterdam.
In het jaar 1883 vroeg en kreeg hij zijn ontslag uit 's rijks dienst met behoud van pensioen en in datzelfde jaar vestigde hij zich op het buiten Zuidwijk bij Wassenaar; in 1888 trok hij naar Leiden, alwaar hij overleed.
Het aantal gravures, dat hij vervaardigd heeft is ontzettend groot. Zijne meest bekende groote stukken zijn: eene gravure naar de Nachtwacht van Rembrandt, eene naar den Schuttersmaaltijd van van der Helst en eene gravure naar een portret ten voeten uit van koning Willem III, naar Pieneman; ook is er zijn eigen portret bij; op lateren leeftijd is zijn portret door A. Bork in hout gesneden (voor De Portefeuille X (1888) no. 21).
Kaiser