[Jordens, Mr. Willem Herman Cost]
JORDENS (Mr. Willem Herman Cost), kleinzoon van Gerhard David Jordens (kol. 1228), werd 5 Mrt. 1799 te Deventer uit het huwelijk van Mr. Herman Joan Jordens en Barbara Elisabeth Cost geb., overl. ald. 23 Nov. 1875. Na eerst de lessen aan het deventer athenaeum gevolgd te hebben, vertrok hij als student in de rechten naar Leiden, waar hij tevens met vrucht de mathesis en physica bestudeerde, getuige o.a. zijn met goud bekroonde verhandeling de Quadratura curvarum. 14 Juni 1822 promoveerde hij tot doctor in de rechtswetenschap op een dissertatie: de Conditione resolutoria. Van 1826-1855 was hij vrederechter en kantonrechter te Deventer, terwijl hij van 1827-1874 lid van den raad te Deventer was. Na reeds in 1837 tot lid der Provinciale Staten van Overijsel te zijn benoemd, nam hij in 1840 als buitengewoon lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal deel aan de herziening der grondwet en trad in 1842 als gewoon lid der Kamer op; in 1849 verwisselde hij het lidmaatschap der Tweede met dat van de Eerste Kamer, welke functie hij tot October 1873 bleef vervullen. Hij behoorde tot de liberale partij en was vooral in financieele zaken specialiteit.
Jordens' beteekenis ligt echter niet in de eerste plaats in datgene, wat hij in zijn politieke betrekkingen voor het vaderland verrichtte; voor alles was hij Deventernaar en in zijn werk voor deze stad, zoowel in den raad, als in tallooze besturen, heeft hij veel nuttigs tot stand gebracht. ‘Zijne adviezen als raadslid’, zoo schrijft een tijdgenoot, ‘verspreidden altijd licht over een zaak, en kwetsten nimmer iemand, die van een ander gevoelen mocht zijn’.
Tot de oude geschiedenis van Deventer en tot de munt- en penningkunde strekten zich zijn veelzijdige studiën bij voorkeur uit. In talrijke artikelen in den Overijsselsche Almanak, in de Deven-