Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1191]
| |
ders werd hij in huis opgevoed. In 1647 werd hij student aan de nieuw opgerichte Illustre School te Breda, waar hij zich twee jaren later het ongenoegen van zijn vader en van de schoolautoriteiten op den hals haalde door te duelleeren. In het najaar van 1660 begeleidde hij Johan van Reede, aan wien eene diplomatieke zending in Spanje was opgedragen, en het volgende jaar ging hij met zijn vader naar Parijs, vanwaar hij in 1661 terugkeerde. Ook in 1670 vertoefde hij een half jaar in de fransche hoofdstad, om zijn broeder Christiaan, die ziek was, gezelschap te houden en hem in September naar het vaderland terug te brengen. In September 1672 werd hij benoemd tot drossaard van Gorinchem en het land van Arkel, maar hij maakte misbruik van zijne macht en nam geschenken aan, wat aanleiding gaf tot een geruchtmakend proces; bij vonnis van 3 Juli 1676 werd hij door het Hof van Holland veroordeeld tot eene boete van ƒ 6000. In 1684 had hij weer onaangenaamheden met den burgemeester van der Stael; de Prins besliste in 1686 de zaak in het voordeel van Huygens. Sedert dien tijd woonde hij te Rotterdam als gecommitteerde raad der Admiraliteit van de Maas. - Lodewijk Huygens huwde in Maart 1674 Jacoba Teding van Berkhout (gest. 11 Febr. 1711); uit dit huwelijk werden vier zoons geboren. Zijn portret als negenjarige knaap staat op de schilderij van A. Hanneman in het Mauritshuis te 's Gravenhage. Worp |
|