Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

[Heyst, Bernardus Gertrudes de Vries van]

HEYST (Bernardus Gertrudes de Vries van), geb. te 's Gravenhage 28 Mei 1826, overl. te Nijmegen 23 Maart 1894, zoon van Mr. Frans Marius d.V.v.H., gestorven als griffier bij het Prov. Gerechtshof van Zuid-Holland, en Alida Jacoba Huygens. Hij studeerde te Amsterdam aan het athenaeum en het seminarium der remonstranten 1845-50, werd in 1851 proponent en nog in hetzelfde jaar beroepen naar Boskoop, 7 jaren later naar Alkmaar, waar hij October 1891 emeritus werd. Hij verhuisde toen naar Nijmegen. Hij huwde 15 Mei 1857 te Boskoop Maria Engelina de Haan, geb. te Woerden 10 Juli 1828, overl. te Alkmaar 4 Jan. 1886, en hertrouwde te Alkmaar 3 Febr. 1887 met Johanna Catharina Maria Koning, geb. te Limmen 12 Sept. 1833. Een te Boskoop 4 Mrt. 1858 geb. zoon, Frans Marius, overl. 7 Mrt. 1903 als leeraar aan het St. Andrewscollege te Grahamstown in de Kaapkolonie.

[p. 1113]

v.H. schreef: Der Ballingen Trooster. Jesaiah LX-LXVI. In nederlandsche dicht overgebracht (Haarl. 1884); Sjoelamit. 't Lied der liedren, liefdes lof, verdietscht (Haarl. 1884; tweede druk, Haarl. 1886); voorts: Uit Jordans Siegfriedsaga in nederlandsch stafrijm overgebracht in Feestgave ter gelegenheid van het Honderdjarig Bestaan van het Natuur- en Letterkundig Genootschap te Alkmaar (1882); Losse wenken over het wezen der poësie in De Volksschool 1879; Eene vertaling, die niet is uitgegeven. Jordan's Siegfriedsaga; Kalendarisch; Treurzangen uit de ballingschap. Een fragment in De Tijdspiegel 1881, 85 en 94. Ook artikelen in de Vaderl. Letteroefeningen, Los en Vast enz.

Zie: J. Tideman, De Remonstrantsche Broederschap. Tweede druk door H.C. Rogge en B. Tideman Jz. (Amst. 1905) reg.

Bruinvis