[Heyst, Nicolaas van (2)]
HEYST (Nicolaas van) (2), of Heystius, ged. te Zierikzee 19 Mei 1591, zoon van Wouter Claesz. van Heyst en Adriaantje Jans werd 11 Apr. 1609 te Leiden ingeschreven als stud. theol. en 6 Aug. 1611 praeparatoir geëxamineerd en als proponent toegelaten. 1 Sept. 1613 werd hij beroepen als predikant te Noordgouwe en Kerkwerve en er 13 Oct. door God. Udemans bevestigd. Als opvolger van Dan. Slatius werd hij Jan. 1615 beroepen naar Oosterland, en predikte April 1615 te Noordgouwe zijn afscheid, tevens zijn opvolger Jacques Schouten bevestigende. Reeds eenige maanden later werd hij beroepen naar Goes (goedgekeurd door de classis van Z.-Beverland 28 Juli 1615), verkreeg 31 Aug. 1615 ontslag te Oosterland en werd zelf 4 Jan. 1616 lid van de Z.-Bevelandsche classis. Als jonggezel ondertrouwde hij 9 Febr. 1616 te Zierikzee met Jacomijntje Coopers, jongedochter uit die stad; hij zal echter niet de Nicolaas van Heyst zijn, die als weduwnaar van Zierikzee 6 Oct. 1629 te Middelburg ondertrouwde met Janneken, dochter van Pieter Bol, omdat men geregeld kinderen van hem (te Goes) gedoopt vindt: Janneken (31 Mei 1619); Willem, die volgt; Johannes (11 Jan. 1623); Anthony (8 Jan. of 2 Febr. 1625); Nicolaas (6 Mei 1629); Janneken (21 Juni 1630) en Cornelia (28 Oct. 1631). Bij den strijd tusschen koning Karel en het parlement, waarin de kerkelijken voor het laatste partij kozen, werd van H. in 1643 met de predikanten Gid. van Deinse, God. Udemans en Joh. Bosschaert door de classis van Zeeland gecommitteerd om de belangen der kerken van Engeland en Ierland mondeling en schriftelijk bij de Staten-Generaal te gaan voorstaan. Te Goes kreeg hij op verzoek, 2 April
1650 zijn emeritaat.
Zie: ab Utrecht Dresselhuis, De herv. gemeente te Goes (ald. 1847) xi-xii; Nagtglas, De algem. kerkeraad der ned. herv. gem. te Middelb. (ald. 1860) 120; Algemeen Nederl. Familieblad XII (1895) 179-180, 232, 234.
de Waard