[Heyligers, Philippus Franciscus]
HEYLIGERS (Philippus Franciscus), geb. 15 Mrt. 1775 te Breda, overl. te Utrecht 28 Febr. 1830, wiens vader, Rudolphus H., chirurgijnmajoor en later lector in de geneeskunde te Deventer was, studeerde te Harderwijk en te Parijs. In 1798 schreef hij eene verhandeling: Over het gevaar van het dichtnaaien van darmwonden en voltooide daarop zijne studiën te Utrecht, waar hij in 1803 promoveerde op een proefschrift De fabrica intima articulationum. Hij vestigde zich te Utrecht als geneeskundige en kreeg weldra naam als verloskundige, hetgeen er toe leidde om hem, op 12 Nov. 1804, naast Matthias van Geuns, tot lector in de heel- en verloskunde te benoemen. Gedurende zijn lectoraat kreeg hij eene benoeming tot hoogleeraar te Franeker en te Deventer maar bedankte voor beide. In 1808 werd hij aangesteld tot lijfarts van den Koning van Holland. In 1812 werd hij als lector ontslagen, maar na de herstelling van de utrechtsche hoogeschool trad hij weder in functie (9 Dec. 1815) en werd op 21 Mrt. 1820 bevorderd tot buitengewoon hoogleeraar in de geneeskunde, bij welke gelegenheid hij eene oratie: de Vero chirurgo uitsprak.
In 1826 schreef hij eene verhandeling: Ter bevestiging van het nut der tampons bij voorkomende placenta. Van 1828 af werd hij door aanvallen van beroerte verhinderd om al zijne werkzaamheden te verrichten.
Simon Thomas