[Heusden, Jacob van]
HEUSDEN (Jacob van), geb. te Hilvarenbeek 30 Jan. 1757, aldaar overl. 24 Febr. 1841, werd adjunct-predikant te St. Oedenrode in 1783 en predikant in 1784. Vervolgens werd hij in Mei 1792 te Hilvarenbeek bevestigd, waar hij in 1839 zijn emeritaat verkreeg en tot zijn dood bleef wonen. Van Heusden heeft de moeielijke jaren, welke na de vrijwording van Staats-Brabant in 1795 voor de predikanten in die provincie aanbraken, medegemaakt. In 1799 werd hem het kerkgebouw ontnomen en hield hij geruimen tijd de godsdienstoefeningen in een stal en eerst in Nov. 1809 kon hij met een rede over Ps. 133 het nieuwe bedehuis der hervormden inwijden. (Zie: Ypeij en Dermout, Gesch. der Nederl. Herv. Kerk IV, 193-201, 408-412 en 551-555).
Als theoloog verkreeg van Heusden eenigen naam door zijne Verhandeling ter aanprijzing van het onderzoek der H. schrift, welk geschrift het Haagsche Genootschap ter verdediging van den Christ. godsdienst in 1789 bekroonde. Verder ook door zijn Kort onderwijs in de christelijke godsdienst ('s Hertogenbosch, 3e druk 1836), door de Dag des Heeren, een zamenspraak tusschen den Heer B. en Mevr. V. ('s Hertogenbosch 1824) en door nog enkele werkjes.
Ook heeft van Heusden getracht de bekende Maatschappij van Weldadigheid op brabantschen bodem te brengen, doch dit is hem niet gelukt. Men zie hierover zijn: Het ontwerp der Maatschappij van Weldadigheid toegepast op de provincie N.-Brabant ('s Hertogenbosch 1818 en 2e dr. 1837). Een andere onderneming is wel, dank zij van Heusden's initiatief, tot stand gekomen. Te Breda is n.l. op zijne aansporing 18 Juli 1822 de Protestantsche Maatschappij ter bevordering van welstand door ondersteuning en voorlichting gesticht, welke vereeniging in 1830 den nu nog geldenden naam ontving van Maatschappij tot bevordering van Welstand voornamelijk onder landlieden. De boerderijen en landerijen, welke deze vereeniging in streken met overwegend roomsche bevolking bezit, worden aan protestanten verhuurd om alzoo het protestantisme te handhaven, daar waar het kans loopt verdrukt en teruggedrongen te worden. Hetzelfde beoogen de enkele jaren later opgerichte prot. vereenigingen ‘Unitas’ (opger. 1844) en ‘Christelijk Hulpbetoon’ (opger. 1843) en deze drie zustermaatschappijen beoefenen, door het kapitaal, dat zij hebben, daartoe in staat gesteld wat men noemt ‘de stoffelijke tuenda’. Door haar groot landbezit is ‘Welstand’ de belangrijkste der drie en het blijft van Heusden's werk, dat hij de vader en grondlegger dezer vereeniging geheeten mag worden.
Hij huwde 9 Apr. 1790 met W.C. de Bruyn.
Zie: J.J. Sprenger van Eyk, Jacob van Heusden in zijn verdienstelijk leven geschetst (Rott. 1841); Glasius, Godgeleerd Nederland in voce.
Meindersma