Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 1091]
| |
1822 te Zwolle geboren, overl. 28 Aug. 1909 te Arnhem. Hij bezocht de universiteit te Leiden en promoveerde aldaar, 21 jaren oud, 15 Maart 1844, in de rechten en in de oude letteren. Onmiddellijk na het verkrijgen van den doctorsgraad vestigde hij zich te Zwolle en oefende aldaar van 1844 tot 1874 de rechtspraktijk uit. Hoog stond hij in aanzien bij de rechtscolleges en bij zijne collega's. Moeilijk in het aannemen van zaken, tenzij zijne opvatting van billijkheid gesteund werd door zijn rechtsovertuiging, wijdde hij zich met een warm hart en een koel hoofd aan de behartiging van de belangen zijner clienten. Zijne pleidooien getuigden van eene groote mate van scherpzinnigheid en tintelden meermalen van humor. In 1874 werd hij geroepen om als raadsheer zitting te nemen in het Provinciaal Gerechtshof van Overijsel. Toen een jaar daarna de provinciale hoven opgeheven werden, volgde zijne benoeming tot lid van het nieuwe Gerechtshof te Arnhem, waarin hij bijna 30 jaar zitting had, toen hem bij K.B. van 6 Januari 1903 uit die betrekking op zijn verzoek eervol ontslag werd verleend. Jaren lang vertegenwoordigde hij de stad Zwolle in de Provinciale Staten van Overijsel. Hij was adviseur van de Nederlandsche Bank en commissaris van de Overijselsche Kanaal-Maatschappij. Hij was de schrijver van Onuitgegeven burgerlijke rechtspraak van het Provinciaal Geregtshof in Overijssel ('s Grav. 1876). Hij was 10 Mei 1849 te Almelo gehuwd met Saartje Salomonson, dochter van Godfried S. Uit dit huwelijk werden drie dochters geboren. van Biema |
|