[Henriette Catharina]
HENRIETTE CATHARINA, gravin van Nassau, vorstin van Anhalt-Dessau, geb. te 's Gravenhage 10 Febr. 1637, ged. in de Walenkerk 29 Maart, gest. te Oranienbaum (Anhalt-Dessau) 4 Nov. 1708, derde dochter van Frederik Hendrik, Prins van Oranje, en Amalia, gravin van Solms-Braunfels (kol. 898). Zij werd op haar vijfde jaar verloofd met den negenjarigen Enno Ludwig, zoon van Ulrich II, graaf van Oostfriesland, maar de schoone en geestige prinses weigerde 12 jaren later den ruwen opvliegenden graaf te huwen, zoodat de verloving verbroken moest worden. Inniger was geruimen tijd hare verhouding tot den jongen naar de Nederlanden uitgeweken Karel Stuart, prins van Wales, later koning Karel II; ook zijn aanzoek werd afgeslagen, ditmaal door hare moeder. Door bemiddeling van haren zwager, keurvorst Friedrich Wilhelm van Brandenburg, kwam 9 Juli 1659 (huw. contract 9 Dec. 1658) haar huwelijk met Johann Georg, erfprins van Anhalt-Dessau (geb. te Dessau 17 Nov. 1627 N.S., overl. te Berlijn 17 Aug. 1693) tot stand; het had te Groningen plaats. Vondel zong bij hare komst te Amsterdam een bruiloftslied; optochten en vertooningen vergezelden het bezoek der jonggehuwden te Amsterdam en in den Haag. Zij volgde haar gemaal naar Dessau en regeerde na diens dood het vorstendom voor haren oudsten zoon Leopold, den later zoo beroemden veldheer, den oudsten van een tiental kinderen. Zij bleef met groote belangstelling de lotgevallen van hare familie in de Republiek gadeslaan. De archieven van prins Willem II werden na diens dood voor een deel onder hare hoede gesteld. Zij trachtte herhaaldelijk haren neef en schoonzoon, prins Hendrik Casimir II van Nassau-Dietz (kol. 1080), met haren grooten neef, prins Willem III, te verzoenen maar zonder veel succes,
met name te Naarden in het najaar van 1684. Zij vertoefde dikwijls op Oranjewoud in Friesland bij haar zuster en dochter. Zij overleefde haar gansche geslacht en droeg hare aanspraken op de erfenis van prins Willem III, haren neef, aan koning Friedrich I van Pruisen over. Zij leefde meestal te Oranienbaum, dat zij had laten bouwen in hollandschen stijl. Daar omringde zij zich met hollandsche kunstwerken, hollandsche parken en tuinen, waartoe zij vele hollandsche kunstenaars en werklieden liet over-