1664 met Cornelia de Raadt, en 16 Nov. 1681 met Willemyna Eelhoudt.
De tweede, geb. 19 Maart 1703 te Rotterdam, overl. te 's Gravenhage 29 Dec. 1737 en 16 Jan. 1738 te Rotterdam begraven, was een zoon van Mr. Cornelis Groeninx en Katharina van Zoelen. In 1725 werd hij student te Utrecht en promoveerde aldaar 2 Juni v.d. jaar tot i.u. dr. op een diss. de Salaris advocatorum. Hij heeft verschillende stedelijke ambten te Rotterdam bekleed, beginnende in 1728 als secretaris van de weeskamer. In 1731 werd hij lid van de vroedschap, in 1733 was hij bewindhebber der O.-I.-C., van 1737-1740 lid van de generaliteits-rekenkamer. Hij huwde te Rotterdam 23 Nov. 1729 Theodora Maria Groenhout.
Zie: Alg. Ned. Familieblad 1883-84 no. 16; J.H. Scheffer, Genealogie Groeninx van Zoelen (Rott. 1878); Adelsarchief 1902 en Bronnen Gesch. Rott. I.
Wiersum