[Gorlaeus, David]
GORLAEUS (David) of van Goorle, geb. te Utrecht ± 1591, overl. vóór 1620, waarschijnlijk verwant aan dien Abraham G., die na de vestiging van zijn vader Abraham te Delft, te Utrecht verbleef en daar 1 Juni 1601 het album van Guill. Rivet met eene inscriptie verrijkte. Aanvankelijk was David G. voor de studie der theologie bestemd (hij is als theol. stud. 20 jaar oud, 28 Apr. 1611, te Leiden ingeschreven), doch wendde zich nog gedurende zijne studiejaren meer tot de philosophie, nam kennis van de werken van Galilei, kreeg van Aristoteles afwijkende inzichten en werd aanhanger van de leer der atomistiek. Blijkens het eerste der ondergenoemde werkjes nam hij slechts twee elementen (terra et aqua) aan en beschouwde de ‘ignis’ slechts als accidens, waarin overeenkomst schuilt met het hoofddogma der latere Cartesianen. De verdediging van eene bij G. voorkomende, doch door hem aan Taurellus' Triumphus philosophiae ontleende stelling ‘hominem ex anima et corpore compositum esse ens et unum per accidens, non vero per se’ op 8 Dec. 1641 onder Regius, droeg niet weinig bij tot de verscherping der twisten tusschen dezen en Voet.
Men heeft van G.: Exercitationes philosophicae quibus philosophia theoretica fere universa discutitur et plurima ac praecipua Periteticorum dogmata evertuntur: post mortem auctoris editae (Lugd. Bat. 1620) en Idea physica (Ultraj. 1651).
Zie: Bayle, Dictionnaire hist.. in vcce; D.G. Morhofii Polyhistor II lib. I, cap.