[Ewsum, Wigbolt van (2)]
EWSUM (Wigbolt van) (2), zoon van den voorgaande, partijganger van George van Saksen, geb. 1521, een ruwe vechtersbaas en plunderaar van het platteland, is de meest vermaarde van zijn geslacht; hij deed om te boeten voor wat hij op zijn geweten had tegenover de familie van den lateren watergeus Barthold Entens, een reis naar het H. Land (1549), waar hij tot ridder van het H. Graf geslagen is. Op politiek terrein vervulde hij een voorname rol, o.a. onderteekende hij de Unie van Utrecht; hij was een onverzoenlijk vijand van de stad Groningen en haar bestuur; zijn houding tegenover Philips II is niet in alle opzichten duidelijk. Hij was eerst een groot vriend van Rennenberg, doch na diens verraad niet meer. Behalve aan plundertochten in de Ommelanden, die hij onder zijn macht bracht en waar hij eenige schansen opwierp, deed hij mede aan het beleg van Delfzijl en van Steenwijk, waardoor hij in de gunst kwam van prins Maurits die hem ook later bleef op prijs stellen. Wigbolt heeft goed en bloed voor de zaak van den opstand veil gehad: de Nienoord werd in 1583 door de Spanjaarden vernield en evenals zijn zoon Melchior is hij in 1584 gestorven aan de wonden, bekomen voor Oterdum, dat hij als toevoerplaats van Groningen met Entens wilde veroveren. In 1565 huwde hij met Geertruid van Willich. Wij kennen 7 kinderen van hem; wij noemden reeds Melchior en vermelden nog Balthasar, gehuwd met Anna Tamminga en Caspar (kol. 838)
Literatuur bij Wilhelm v.E.
Nauta