Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

[Duyn, Jacob Claesz.]

DUYN (Jacob Claesz.), geboren te Delft, overl. te Rotterdam 8 Sept. 1635, zoon van Claes Jacobs Meuyt (Moeyt), brouwer, en Machteld Jacobs van der Duyn. Hij vestigde zich te Rotterdam, en trouwde daar 22 Sept. 1591 met Maritgen Jorisd.

[p. 777]

't Hooft. Van beroep was hij zeil- en balansmaker, terwijl hij in het kerkelijke tot de Calvinisten behoorde en ouderling der Doleerenden was. Bij de omzetting van de rotterdamsche magistraat door prins Maurits, 30 Oct. 1618, kwam hij in de regeering en begon toen, als burgermeester, de Remonstranten streng te vervolgen.

Nog erger werd het voor dezen, toen hij, na de afzetting van Cornelis. Pietersz. Vroesen, (18 Sept. 1619) eenige dagen later, 3 Oct., tot baljuw en dijkgraaf van Schieland was benoemd. Hij bekleedde dit ambt tot 18 Nov. 1630, toen hij gelicentieerd werd. Bovendien was hij in 1613 en 1614 reeds schepen geweest, gedeputeerde ter dagvaart in 1627 en weesmeester in 1632 en 1633, terwijl hij van 1618 tot zijn dood, lid van de vroedschap was.

Hoezeer hij bij de Remonstranten gehaat was, blijkt wel uit het in 1629 bij Aert Meurs te 's Gravenhage verschenen pamflet Boetvaerdighe klachten van Duyn Claessen .... enz.

Wiersum