Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen– Auteursrecht onbekend
[pagina 653]
| |
bergen 23 Dec. 1574, verkreeg waarschijnlijk aan de universiteit te Orleans den graad van doctor iuris, hoewel zijn naam in het Album Stud. Aurelian. Natio Germanica niet voorkomt, legde zich bovendien toe op de studie der geneeskunde en grieksche en latijnsche letteren. Ten onrechte is door oudere schrijvers hier van twee neven, beide Herman Croeser genaamd, gesproken, waarvan de een rechtsgeleerde, de ander geneesheer en latinist geweest zou zijn. Van zijne werkzaamheid als medicus getuigen zijne vertalingen van Hippocrates onder den titel Commentarius in Hippocratis Lib. I et III de morbis vulgaribus et in Lib. de salubri diaeta (Basil. 1570), herdrukt in Galeni Opera (Venet. 1625), en van ettelijke werken van Galenus (Parijs, Sim. Colinaeus, 1532), benevens zijne betrekking van lijfarts van hertog Willem III van Gulik. Als kenner der klassieken doet hij zich verder kennen door zijne vertaling van Plutarchus in het latijn (Leiden 1566, 3 dln., te Parijs (1624) en te Leiden (1655) herdrukt). Deze vertaling is bewerkt ter leniging van de smart over het verlies in 1556 zijner - waarschijnlijk eenige - dochter uit zijn eerste huwelijk met Anna van Broekhuysen, evenals hij uit een oude kampensche familie. In de van 1561 dagteekenende voorrede geeft Croeser als doel van zijn arbeid aan: den wensch om verschillende vorsten door voorbeelden tot goed bestuur aan te sporen. Zijn tweede huwelijk met Christina Closs schijnt kinderloos gebleven. Croeser is raad van hertog Karel van Gelder geweest en ging later als zoodanig over in dienst van Willem van Gulik, wiens lijfarts hij tevens was. Het randschrift van zijn door Crispijn de Passe in koper gegraveerd portret vermeldt: ‘apud varios Europae principes legatus’. Zoo zien wij hem voor Willem van Gulik talrijke zendingen in Duitschland en Frankrijk vervullen, en speelde hij in 1540 en later een groote rol als ambassadeur te Parijs, welke post in die dagen door het gesloten verbond met Frans I tegen Karel V en de verloving van den hertog met Anna van Navarre voor Gulik van groot belang was. Ook in Engeland was hij langen tijd als gezant. Zijn herhaald optreden als arbiter en adviseur van zijn geboorteplaats getuigt mede van het in zijn kunde gesteld vertrouwen. Na het huwelijk van 's hertogs dochter met Albert Frederik van Brandenburg vergezelde hij deze vorstin naar haar nieuw vaderland. Als oorspronkelijk geschrift van zijn hand bezitten wij een op verlangen van den raad samengesteld ontwerp-stadrecht van Kampen, in 1 folioband op het archief dier stad aanwezig. Het ontwerp werd na voltooiing onderzocht door een door den raad benoemde commissie van zes leden, waartoe o.a. Arent toe Boecop en Lodewijk Voerne behoorden. De commissie maakte in het ontwerp een aantal wijzigingen, waarop de raad bijna het geheele eerste boek, weder met een aantal veranderingen, goedkeurde. Het onderzoek is daarna blijven steken en niet weder opgevat, zoodat het bij een ontwerp gebleven is. Alle veranderingen in den tekst, zooals deze door Croeser ontworpen was, zijn in de uitgave van Bysterbos aangegeven. In de 18e eeuw is nogmaals van het ontwerp sprake geweest, toen de kampensche medicus Dr. Evert Valck, eigenaar van een afschrift geworden, besloot het in een ‘corpus juris Campensis contractum’ uit te geven. De raad verzette zich hiertegen en veroordeelde in 1740 dr. Valck, onder beschuldiging van door de uitgave dier oude verordeningen tot opstand | |
[pagina 654]
| |
en ongehoorzaamheid te wekken, tot een boete van 300 zilveren dukatons. Het ontwerp, bestaande uit 6 boeken (I proces - II familie- en erfrecht - III verbintenissenrecht - IV zakenrecht en politierecht - V en VI strafrecht en strafproces), en als volledige codificatie van het kampensche recht bedoeld, heeft groote waarde, doordat de inhoud aan het geldende recht - Boeck van Rechten, Guldenboeck en Digestum Vetus - getoetst kan worden en doordat Croeser volgens getuigenis van den burgemeester Arent toe Boecop de vrije beschikking over het stadsarchief had, zoodat het geheel, beschouwd in verband met de daarin aangebrachte wijzigingen, een waardevolle bron voor het inheemsche recht is. Veelal wordt Croeser verward met Herman Kruse, omstreeks denzelfden tijd schout te Kampen, stammend uit het aanzienlijke kampensche regentengeslacht Kruse (Croese). De Croesers hebben in de 15e en 16e eeuw een belangrijke rol te Kampen gespeeld, als regent (de schepenen Egbert en Hendrik) of als man van wetenschap (Nicolaas, magister artium, en student te Rostock (1483) en Bologna (1488). Zijn portret is gegraveerd door Cr. de Passe. Zie: Ontwerp-Stadregt van Campen door dr. Herm. Croeser, uitgeg. met nauwkeurige inleiding door J.C. Bysterbos (Zwolle 1892) (= Vereen. v. Overijss. Regt en Gesch., Overijss. Stad-, Dijk- en Markeregten I, 11); Register van Charters en Bescheiden O. Archief Kampen no. 2044, 2108, 2159, 2276, 2330, 2362, 2365, 2455; Zeitschr. d. Bergischen Geschichtsvereins I, 1-38; Nijhoff's Bijdragen N.R. III, 317; Bijdr. Gesch. Overijss. V, 213. van Kuyk |
|