[Craneveldt, Frans van]
CRANEVELDT (Frans van), geb. te Nijmegen 3 Febr. 1485, overl. te Mechelen 4 Oct. 1564, begon zijn studiën te Leuven, was er 1505 primus en werd 2 Oct. 1510 aldaar bevorderd tot doctor in de beide rechten. In 1515 werd hij aangesteld tot pensionaris van Brugge, 27 Sept. 1522 tot raadsheer in den Hoogen Raad van MecheIen. Hij was een bekend philoloog en bevriend met de eerste humanisten van zijn tijd. Op ouderen leeftijd de grieksche taal geleerd hebbende, vertaalde hij de volgende werken in het latijn:
Basilii Magni Homiliae III (Lov. 1534) en Homilia adv. ebriosos (ibid. 1535); Procopii de aedificiis Justiniani Imp. libri VI cum Theodorici Adamaei Suallembergi annotationibus (Paris. 1537).
Craneveldt liet twee zoons na, Allard en Jodocus of Joost, die raadsheer van het Hof van Gelderland geweest is.
Zie: Biographie Nationale IV, 484.
van Schevichaven