[Crabbe, Johannes (2)]
CRABBE (Johannes) (2), zoon van Jacob Jansz. (kol. 646), 1657 aangenomen door burgemeesteren van Rotterdam tot organist van de Groote of Sint Laurenskerk aldaar voor den tijd van 8 jaar; zijn aanstellingscontract, door hem onderteekend (Recueil van contracten 1644-1706, gem.-archief van Rotterdam) is afgedrukt in Rott. Historiebladen 2e afd. I, 785. Zijn verplichting bestond in zondags en in de week een half uur spelen na de preek, het begeleiden van het psalmgezang, het schoonhouden en zoo mogelijk herstellen van het orgel en in het dagelijks, van 1 Nov. tot 1 Apr. van zes tot zeven uur, geven van een orgelbespeling. Bij zijn aanstelling woonde hij te Amsterdam. (Rott. Jaarboekje 1911, 148, 152). Uit het lofdicht te zijner eer van J. Dullaert, Bloemkrans van verscheiden gedichten (Amst. 1659) 546, blijkt, dat hij als artist behoorde tot de orgelschool van J.P. Sweelinck en dat hij vóór deze benoeming vruchteloos gedongen had naar het organistschap te Haarlem, hetzij in 1654, toen daar Guillaume d'Aspyck, hetzij in 1655, toen daar Joan Dusart als organisten werden aangesteld (Bouwsteenen I, 65), en naar het organist-