[Crabbe, Jacob Jansz.]
CRABBE (Jacob Jansz.) of Jacob Crabbe de jonge, geb. te Sneek, overl. te Alkmaar in Juni 1670, werd aldaar nadat de organist Jan Hendrik van Bouchain in November 1638 overleden was, een jaar later uit Bolsward in diens plaats beroepen op de gewone jaarwedde van ƒ 600, waarvoor hij de orgels in de Groote kerk en de Kapel te bespelen had en tevens moest spelen onder het zingen der psalmen. Tijdens zijne bediening werd het groote orgel gebouwd, in 1640 begonnen door Lieven Eeckman en in 1645 voltooid door Jacobus Galtusz. Hagerbeer voor zijn ziekelijken bloedverwant Germer Galtusz. H. Hij heeft 26 Juli 1642 mede het nieuwe orgel in de rotterdamsche St. Laurenskerk gekeurd, dat Hans Goltfus te Antwerpen aangebracht had. Hij was gehuwd met Trijntje Jansd. Hemert; kinderen van hem werden gedoopt in 1640 en 42. Hij schreef: Palmire en Claudiani waare Liefde of val van Galerio. Bly-eyndich Treurspel (Alkm. 1661), een nagenoeg onbegrijpelijk tooneeldicht, door hem in de opdracht een ‘ruw chaos van letteren’ genoemd. Zijn spreuk was ‘Eer 't best’.
Zie: G. Havingha, Oorspronk en voortgang (Alkm. 1727) 154, 157; G. van Rijn, Geschiedk. Beschrijv. der stad Rotterdam (Rott. 1832) I, 270; Rott. Jaarb. 1911, 149.
Bruinvis