[Coehoorn van Houwerda, Menno baron van]
COEHOORN VAN HOUWERDA (Menno baron van), geb. ± 1660, overl. 1740 te St. Oedenrode. Hij was een zoon van Philibert of Pyke, trad in nederlandschen militairen dienst en klom tot den rang van luitenant-kolonel der infanterie op. Na de inneming van Roermond in 1703 werd C. tot commandant dezer vesting en majoor der provincie Gelre benoemd. Hij was eigenaar der heerlijkheid Dommelrode bij St. Oedenrode en werd in de kerk aldaar begraven. Coehoorn was achtereenvolgens gehuwd met Jacoba van Schrieck, die hem 5, en 18 Dec. 1707 te Maastricht met Johanna Menthen (geb. te Roermond), die hem 8 kinderen schonk. Deze laatste werden katholiek.
Zie: Ferwerda, Wapenb.; Halmael en de Haan Hettema, Stamboek v. den Frieschen adel I, 85; II, 55; Navorscher IV (1854) 113, 114. Bijbl. 120.
Eysten