[Cloeck, Mr. Hendrik]
CLOECK (Mr. Hendrik), geb. te Amsterdam, en gedoopt aldaar 12 Juli 1633, overl. te 's Gravenhage en begr. in de Kloosterkerk aldaar 25 Oct. 1670, zoon van den volgende. Te Amsterdam als advocaat gevestigd, werd hij in 1663 door deze stad aanbevolen voor de raadsheersplaats in het Hof van Holland, opengekomen door den dood van Gualth. de Raet, zonder dat benoeming volgde. Toen eenigen tijd later weder een vacature in het Hof ontstond, besloot Amsterdam 21 Apr. 1667 hem weder voor te dragen. Dank zij den steun van zijne zwagers Corn. Hop en Jan Hulft werd hij 15 Juli 1667 benoemd. De reizen door Hop en Hulft door Holland gemaakt om zijne benoeming, tegenover de medecandidatuur van Pieter de Groot, te verkrijgen, zijn te boek gesteld en leveren een merkwaardige bijdrage tot de kennis van zijn tijd. Kort daarna stierf hij op jeugdigen leeftijd. Zijne weduwe Anna Pars (Pers) hertrouwde met Corn. Hop.
Zie: Bontemantel, Reg. van Amsterdam (uitg. Kernkamp) I, cli, 43-44, 157; II, 82, 94, 407-432; Elias, Vroedschap v. Amsterdam, II, 451; Japikse, Notulen v. Hop en Vivien (Werken Hist. Gen., 3e serie, no. 19) xliii.
van Kuyk