[Cleve, Johanna Constantia]
CLEVE (Johanna Constantia), geboren te Dordrecht 4 Dec. 1800, overl. te Leiden 14 Febr. 1822, dochter van den med. Dr. Joan Diderik Matthias Cleve en Ida Agneta de Stoppelaar, was reeds als kind geneigd tot het maken van verzen, waarin zij door haren vader en talrijke vrienden werd aangemoedigd. Onder leiding van een dezer laatsten, Mr. Thomas van Limburg, gaf zij op 13-jarigen leeftijd haar eerste dichtbundeltje uit onder den titel: Jeugdige Dichtproeven ('s Gravenhage 1813), dat versierd is met haar portret door Vinkeles naar een teekening van Cuylenburgh en waarvan door haar een exemplaar met eigenhandige opdracht aan koning Willem I werd aangeboden. Een viertal jaren later verscheen van haar: Lentebloemen ('s Gravenh. 1817). Beide bundeltjes, benevens enkele losse versjes, deden nog veel van de dichteres verwachten. Die verwachting werd niet vervuld. Zij overleed te Leiden, waar zij verloofd was met Dr. H.F. van Doeveren in den ouderdom van ruim 21 jaren.
Van haar laatste gedichten werd een, Het Klaverblad van vieren, opgenomen in den Nederlandschen Muzen-almanak van 1825, vergezeld van muziek, zang met guitarbegeleiding, door de dichteres zelf gecomponeerd.
Zie: Leeskabinet 1864, III, 1-15. Voor haar portret: S. van Gijn, Dordracum illustratum II, 202.
van Dalen