[Catharina Belgica]
CATHARINA BELGICA, gravin van Nassau en Hanau, geb. te Antwerpen op 't kasteel 3 Juli 1578, gest. te Hanau 12 April, begr. te Delft 5 Mei 1648, derde dochter van prins Willem I en Charlotte van Bourbon. Bij haren doop waren meter hare tante Catharina van Nassau, gravin van Schwartzburg, peter de Staten-Generaal, met name de Staten van Brabant, Gelre, Vlaanderen, Holland, Zeeland, Utrecht, Mechelen en Friesland, terwijl de zuidelijke katholieke gewesten zich wegens den godsdienst verontschuldigden. Haar werden door de Staten een deel der inkomsten van het graafschap Lingen geschonken. Na den dood haars vaders belastte zich de gravin van Schwartzburg met hare opvoeding. Haar oom Johan van Nassau bewerkte haar huwelijk (te Dillenburg 23 Oct. 1596) met Philipp Ludwig, graaf van Hanau-Münzenberg (geb. 18 of 14 Nov. 1579 gest. 9 Aug. 1612), na wiens dood zij zich veel in de Nederlanden vooral aan het hof van Frederik Hendrik, ophield. Na den dood van haren man regeerde zij het graafschap 13 jaren voor haren minderjarigen zoon en maakte Hanau meer en meer, evenals reeds haar man en diens voorganger hadden gedaan, tot een toevluchtsplaats voor Hervormden; zij steunde haren neef Keurvorst Frederik van de Paltz, den Winterkoning, ook nadat de keizerlijke banvloek over hem was uitgesproken. Zijn nederlaag was ook de hare en zij moest weldra met de haren vluchten naar het stadhouderlijk hof te 's Gravenhage, terwijl het graafschap afwisselend door spaansche en keizerlijke troepen bezet werd. Daar en te Delft woonde zij tot haren dood in ballingschap.
Zie: J. Delaborde, Charlotte de Bourbon (Paris 1889) 174 suiv.; Groen, Archives, III, 472, 474. D.G.v. Epen, Ridderschap v. Holland (hs).
Blok